Het zoeken naar vermiste soldaten kost geduld, geld, doorzettingsvermogen, maar vooral héél veel tijd. Informatie over een vermiste Tweede Wereldoorlog soldaat komt immers niet aanwaaien en er moet veel voor gelezen en onderzocht worden. Dit is de reden dat wij enkele voorwaarden hebben gesteld aan de inzet van Stichting Missing In Action (MIA). Naast de stichting hebben alle leden een baan en een gezin en de stichting vergt van de leden vrije tijd op vrijwillige basis.

Gelukkig is er tegenwoordig internet, wat sommige dingen gemakkelijker maakt dan vroeger en bijna alle informatie over de wereldbol en haar geschiedenis ligt voor het oprapen. Niet alles is echter zo makkelijk te vinden. Vele documenten uit de Tweede Wereldoorlog zijn (nog) niet gedigitaliseerd. Hierdoor zullen wij bij de zoektocht naar vemiste soldaten moeten zoeken in papieren archieven, en die zijn niet altijd zomaar toegankelijk.

 

Wat dan?
Voorbeeld: bij Amerikaanse vermiste soldaten is vrij snel informatie te vinden. Waar wij echter naar op zoek zijn is een specifieke locatie en niet de hoeveelheid. We vinden bijvoorbeeld een rapport waarin staat;

89 Killed and Died of Wounds
406 Wounded in Action
243 Injured in Action
32 Missing in Action
707 Non-Battle Casualties

Ook zegt het rapport welke periode het betreft namelijk January 01 - January 31, 1945. De in het rapport genoemde plaatsen zijn verspreid over een gebied van ruwweg 40 km² waarvan ongeveer 50% bos. Dit geeft aan dat het niet gemakkelijk is om een vermiste soldaat te gaan zoeken. Je kunt geen marathon tempo aanhouden bij het zoeken naar menselijke resten en het gehele gebied afzoeken is vrijwel onmogelijk.

Zou er wel een exactere locatie bekend is, dan zegt dat niet dat het er gemakkelijker op wordt. In de Ardennen is bijvoorbeeld veel houtkap en ongeveer iedere 30 jaar nieuwe aanplant. Het zou kunnen zijn dat het complete bos verdwenen is. Het rapport geeft geen namen van vermisten of duidelijkheid over later teruggevonden soldaten. Van de genoemde 32 is er dus geen zekerheid dat zij nog steeds vermist zijn.

 

Hoe gaan wij te werk?
Allereerst moet er een aanknopingspunt zijn. Dit kan bijvoorbeeld door publicaties in welke zin ook. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat de familie van een vermiste soldaat ons om hulp vraagt.

Zodra we een redelijk zeker aanknopingspunt hebben, zullen we zoveel mogelijk informatie vergaren over de oorlogsactivteiten in het gebied, de vermiste soldaat en zijn of haar eenheid. Als we deze informatie samenvoegen, zullen er voornamelijk feiten overblijven en hiermee gaan wij aan de slag. Voordat wij een duidelijk beeld hebben kunnen er enkele maanden tot soms wel jaren verstrijken.

Door middel van de feiten en/of overduidelijk juiste informatie kunnen wij een gericht zoekplan maken. Met dit plan gaan wij naar instanties en instelling om hen te overtuigen van de noodzaak van een zoekactie. De instanties (denk hierbij aan gemeenten en/of overheid) zullen ons toestemming moeten gunnen om te mogen zoeken en ook op particuliere grond is er toestemming nodig.

Als alle vergunningen en toestemmingen zijn verleend kunnen wij de fysieke zoekactie pas starten. Wij zullen het betreffende stuk grond systematisch afzoeken op sporen, in de hoop ons uiteindelijke doel bereiken: het vinden van de vermiste soldaat zodat deze geborgen kan worden.

Stichting Missing In Action (MIA) maakt o.a. gebruik van metaaldetectie, grondradar en/of speurhonden. Het berging van menselijke resten zal in Nederland worden uitgevoerd door de Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BID-KL). In het buitenland zal dit gedaan worden door de lokale tot bergen bevoegde instantie. Onze stichting mag de berging van menselijke resten niet voltrekken omdat wij hiervoor geen bevoegdheden hebben. De Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BID-KL) zal direct door ons worden benaderd of na contact met de plaatselijke politie. Bij vondsten van explosieven zullen wij deze markeren en doorgeven aan het Explosieven Opruimings Commando Koninklijke Landmacht (EOC-KL) waarna deze de vondsten kan ruimen.

 

En daarna?
Uiteraard willen wij bij de berging aanwezig zijn. Dit is voor ons een pré. Wij hopen dat onze vondst zo compleet is, dat er een positieve identificatie uit voortvloeit. Dit kan bijvoorbeeld de inzet van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), het Amerikaanse Defense POW/MIA Accounting Agency (DPAA) of de Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BID-KL). Voor ons is dan ons doel bereikt, of de identificatie nu wel of niet positief uitvalt.

 

Menselijke resten gevonden… en nu?
Wij adviseren u nadrukkelijk om bij een vondst van (mogelijke) menselijke resten de reguliere weg te bewandelen. U kunt bij vondsten in Nederland het beste direct contact opnemen met de lokale politie (0900-8844 / website 0900-8844) zodat zij een team forensisch experts kunnen sturen en de Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BID-KL) kunnen inschakelen. Bij vondsten in het buitenland raden wij u aan om de lokale politie in te lichten.

Het is van belang dat u niets van het graf wegneemt, aanraakt of uitgraaft. U kunt namelijk niet weten of het gaat om een veldgraf uit de Tweede Wereldoorlog of een misdrijf. Het laten liggen zal identificatie ten goede komen en vergroot de kans dat deze positief is. Laat de berging over aan de experts!

 

Waarom Stichting Missing In Action (MIA)?
Ons hoofddoel is vermist Tweede Wereldoorlog grondpersoneel een waardige rustplaats geven, op welke manier dan ook.
Er zijn veel redenen te bedenken waarom iemand een melding zou doen via Stichting Missing In Action (MIA). Het kan zijn dat men op verboden terrein heeft gezocht en wellicht niet tegen de lamp wil lopen met de vondst. Misschien is er iets gevonden tijdens een gezamenlijke zoektocht met vrienden, maar doet men geen officiële aangifte uit angst voor een conflict, enzovoort, enzovoort.

Al het voorgaande is bedenkelijk, maar wij begrijpen dit soort voorvallen wel. Soms kan men door omstandigheden niet op de manier handelen zoals gewenst. We hebben liever dat men dit soort dingen meld, zodat er in ieder geval nog een kans is tot bergen. Dit is ons enige doel.
Uiteraard is het wenselijk dat men ons zoveel mogelijk informatie geeft, bijvoorbeeld als er een portemonnee of een naamplaatje is gevonden, welke een identificatie kunnen bespoedigen. Daarbij dient men zoveel mogelijk informatie te verstrekken over de initiële vindplaats, zodat wij een onderbouwing hebben voor verder onderzoek.

Alles kan anoniem! Als men een fictief e-mail adres invult op het contactformulier, kunnen wij niet achterhalen wie de melding heeft gedaan. Ook niet via IP gegevens want die worden niet vermeld. Wij kunnen dan helaas geen contact opnemen bij eventuele vragen. Mocht men wel een e-mail adres invullen, dan worden die gegevens niet doorgespeeld aan derden. Ze blijven dus in bezit van de stichting, totdat ze niet meer van belang zijn voor het onderzoek. Daarna worden deze gegevens vernietigd.

Bij een melding zoals hiervoor omschreven, zullen wij contact opnemen met het Bergings- en Identificatie Dienst Koninklijke Landmacht (BID-KL). Het beste is echter dat u direct bij een vondst contact opneemt met de politie via 0900-8844 of bezoek de website van de politie.